Het winnende sonnet en de winnende sonnetvertaling
Zondagmiddag 12 februari was er in het kader van de Week van de Poëzie bij Café Camille in de Kerkstraat ‘Vier bier voor Shakespeare’. Iedereen die graag dicht, vertaalt of schrijft, werd opgeroepen om in de stijl van Shakespeare een sonnet te maken en dat die middag voor te dragen. Je kon ook meedoen door sonnet 130 te vertalen. Het was erg leuk.
Twaalf deelnemers leverden achttien inzendingen aan. Elf sonnetten in de stijl van Shakespeare en vijf vertalingen. Twee mensen droegen hun bijdrage buiten beoordeling voor.
Bibliotheek IJmond Noord stelde prijzen ter beschikking. Voor de winnaar in elke categorie was er een boek met de vertaalde Shakespeare-sonnetten.
En er was voor hen speciaal voor deze gelegenheid gebrouwen bier in flesjes met daarop een speciaal ontworpen etiket. Erg leuk en erg lekker!
Hieronder eerst het door Anna Bongers geschreven winnende sonnet in de stijl van Shakespeare. Daaronder staat de winnende vertaling van sonnet 130 door Renate van Schaik.
Tot slot vind je onderaan de pagina het oorspronkelijke, Engelstalige sonnet.
Sonnet zag ik jou
Als een sneltrein schoot jouw blik mij voorbij
In dat ene moment zag ik ogen
dieper en stiller dan die van mij
Zo zelfvoldaan, maar zo ingetogen
Een oceaan vol geheimen en schatten
Laat mij daar dwalen en me verdrinken
Voor altijd samen of gewoon latten
En volle bierglazen laten klinken
Een diamant van beloftes, eer en trouw.
De geur van knapperend hout en Zwitsal
Een begeerde man, met begeerde vrouw
Eén die me opvangt, als ik weer eens val
Niemand, nee niemand kan mij hinderen,
om voor altijd te blijven tinderen
Anna Bongers
Mijn lief, in uw ogen stralen geen sterren
Uw lippen zijn niet het roodste rood
Zo wit als sneeuw, nee, daarvan blijft uw boezem verre
Uw haren lijken als stro zo dood
Ik heb rozen gezien, met een roze blos
Van een kleur die uw wangen ontberen
Ik steek liever mijn neus in een bloemenbos
dan in uw riekende adem te verkeren
Hoewel ik houd van uw gepraat
luister ik veel liever naar muziek
Ik zweer dat ik nooit een engel zag op straat
Nee U, mijn lief, ontketent in mij een aardse lyriek
Want God weet: mijn liefde is even puur, of hemels zo u wil
als een liefde die wordt beleden mét een roze bril.
Renate van Schaik
Sonnet 130:
My mistress' eyes are nothing like the sun
My mistress' eyes are nothing like the sun;
Coral is far more red than her lips' red;
If snow be white, why then her breasts are dun;
If hairs be wires, black wires grow on her head.
I have seen roses damasked, red and white,
But no such roses see I in her cheeks;
And in some perfumes is there more delight
Than in the breath that from my mistress reeks.
I love to hear her speak, yet well I know
That music hath a far more pleasing sound;
I grant I never saw a goddess go;
My mistress, when she walks, treads on the ground.
And yet, by heaven, I think my love as rare
As any she belied with false compare.
William Shakespeare
Anna Bongers leest haar sonnet voor.